Kijk elkaar aan
Mensen kunnen het goede en het slechte in zichzelf en in elkaar versterken. Mensen kunnen zich herkend en gerespecteerd voelen, mensen kunnen zich ook afgewezen en buitengesloten voelen.
Uit ervaring weet ik dat afgewezen en buitengesloten worden, diep in het leven van een mens ingrijpt. Pas achteraf worden je daarbij de dingen duidelijk. Bij negatieve relaties tussen mensen, verdwijnt geleidelijk aan de eerlijkheid. De taal verandert van een open communicatiemiddel in een verbaal mijnenveld, waarbij woorden hun normale betekenis verliezen. Het begint allemaal met kleine dingen, dingen die je wel voelt, maar niet echt ziet, waar je geen vinger achter kunt krijgen.
Je loopt een kamer in en het gesprek valt stil of je voelt dat er een geforceerde gespreksovergang plaatsvindt. Aan je verjaardag wordt vrijwel geen aandacht meer besteed. De gesprekstoon wordt geleidelijk aan scherper, steeds meer staat het eigen gelijk voorop. Je hoort niet meer, ‘zou je dit willen doen’, maar ‘doe jij dat.’ Het spreken gaat in de gebiedende wijs. Wat jij vindt of voelt doet niet ter zake.
Op het laatst doe je steeds minder goed. Je voelt ergernis, argwaan, je voelt walging. Je zit op een hellingbaan die is ingesmeerd met groene zeep, je verliest je houvast, je mist warmte, je hebt het gevoel dat je op niemand meer een beroep kunt doen. Het vertrouwen is verdwenen.
Dan komt het moment dat het misgaat. Je loopt weg of je wordt boos. Als dat gebeurt wordt dat niet als een teken opgevat, dat men te ver is gegaan met negatieve communicatie ; neen, dan ben jij degene die tot een infame aanval is overgegaan. Voor sommigen is dat een extra reden om nu openlijk haat en liefdeloosheid te preken, ‘je moet hem als lucht behandelen, niet met hem praten, niet naar hem luisteren, want hij heeft natuurlijk slechte bedoelingen.’
De communicatie is dan helemaal stuk en er ontstaat een klimaat van vooroordeel en wantrouwen. Je krijgt een stigma en wordt vogelvrij verklaard. Niemand durft openlijk te twijfelen, zich uit te spreken, niemand slaat een arm om je schouders, de angst en de chaos regeren.
Het is tragisch als het zo ver komt, omdat het uiteindelijk alleen maar verliezers oplevert. Mij overkwam het nu zo bijna dertig jaar geleden, maar de beelden zijn nog vrijwel even scherp als op de dag dat het gebeurde. De pijn die blijft, het gevoel ten onrechte in de steek te zijn gelaten, het besef dat je je niet hebt kunnen verweren tegen valse interpretaties en onjuiste veronderstellingen. Je speelt soms met de gedachte dat je maar beter dood had kunnen zijn.
Je moet jezelf dan voorhouden dat je sterk moet zijn, dat je je niet in de verdomhoek moet laten zetten. Voor een deel lukt dat ook, maar helaas voor een deel ook niet. Bij mensen die op een hardhandige manier worden afgewezen, slaat de haat en de agressie ook naar binnen, als een blikseminslag in je ziel. Je kunt zelden of nooit echt kwaad op anderen worden, omdat zij hun handen in onschuld wassen of onbereikbaar zijn.
Angst en depressie liggen op de loer, als de weg tot normale communicatie is afgesloten. Je wordt op jezelf teruggeworpen en je vraagt je af of je zelf wel deugt. De weg terug omhoog is een lastige. Wie als een verstotene en onmondige is behandeld, blijft de wond voelen. Je krijgt wel weer wat eelt op de ziel, maar dat neemt niet weg dat die oude werkelijkheid in je dromen en nachtmerries blijft bestaan. Natuurlijk was je er zelf ook bij, geen enkel volwassen mens kan zichzelf geheel onschuldig wanen. Je hebt vrijwel altijd een keus, al is het maar de keus om je ziek te melden.
Ooit schreef George Orwell het boek ‘Animal farm’. Ik heb dat boek niet alleen gelezen, ik heb ook ervaren hoe het werkt. Het achter het masker van gelijkwaardigheid en idealisme preken van ongelijkheid en liefdeloosheid. Mensen niet als mensen behandelen, maar als dingen. Niet met mensen praten, maar over mensen praten. Steeds meer afleren om een ander normaal in de ogen te kijken.
Zo kunnen mensen hun medemensen kapot maken, al dan niet bewust. Mensen kunnen elkaar ook weer helen, door te luisteren. Sommigen kunnen dat helaas nooit, vooral degenen die verkrampt aan het onwrikbare eigen gelijk en de eigen superioriteit vasthouden.
Onverdraagzaamheid kent diverse vormen; zelden wordt onverdraagzaamheid als zodanig benoemd. Het maakt niet uit of de onverdraagzaamheid een links of rechts ideologisch sausje heeft of gebaseerd is op een religie, onder de oppervlakte gaat het altijd om macht. De machtsambities worden verpakt in verhullende taal. Het gaat bijvoorbeeld om solidariteit, voor je principes en idealen staan, het geloof in een grote voorganger, de loyaliteit aan de groep. Een individu of een individuele mening legt het af tegen deze zogenaamde ‘hogere’ waarden.
Als je er midden in zit, dan zie je het niet of je ziet het onvolledig. Je voelt het wel, maar tegelijkertijd onderdruk je dat gevoel. Je hoopt op waardering en respect, maar je komt uiteindelijk bedrogen uit. Het respect krijg je niet, integendeel je wordt als een stuk oud vuil behandeld.
Dit alles kan bestaan en gebeuren in Nederland; ik heb er lang over gezwegen, maar spreek het nu uit. Mensen komt niet het recht toe anderen te vertrappen, iedereen heeft het recht er te zijn. Kijk niet weg, kijk elkaar aan!
José van Rosmalen, april 2014
Reactie plaatsen
Reacties