Bea Vianen, Strafhok
Bea Vianen publiceerde in 1971 de roman ‘Strafhok’, haar tweede boek, dus nog voor het onafhankelijk worden van Suriname in 1975. De titel is een beeldspraak op het land Suriname met verschillende etnische groepen die niet altijd goed samengaan. Suriname is in haar ogen ook een geïsoleerd land, het enige land op het zuid Amerikaanse continent waar Nederlands de voertaal is en waar verder vooral Spaans en Portugees wordt gesproken. De kinderen leerden er op school waar Apeldoorn en Alkmaar liggen maar nauwelijks iets over de omringende landen. Strafhok is geen vrolijk boek, het biedt weinig lucht, het is vooral een schrijnend verhaal over liefde en onmacht met twee mannelijke hoofdpersonen, beide onderwijzer, waarvan een homoseksuele man. Hij, Raymond, maakt een einde aan zijn leven omdat hij zich niet geaccepteerd voelt. De andere man, Nohar heeft verschillende liefdes, Roebia en Jamillah. Het kost hem moeite om trouw te zijn. Daarbij speelt ook etniciteit een rol. Bea beschrijft ook een proces tegen jonge kritische studenten, waarbij de rechter weinig objectief te werk gaat en van de studenten kennelijk verwacht dat ze de regering alleen maar dankbaar moeten zijn en niet moeten opruien. Alles bijeen een pittig en complex boek, dat ik vooral waardeer vanwege de stellingname tegen het kolonialisme. Het is verder vooral een ideeën roman die ik als liefdesroman niet helemaal geslaagd vind. Door het lezen van het boek begrijp ik nu beter waarom een man als Bouterse zoveel macht kon krijgen, door mensen tegen elkaar uit te spelen en door corruptie. Nederland is als kolonisator in belangrijke mate daarvoor verantwoordelijk geweest. De nieuwe en goed verzorgde uitgave van uitgeverij Cossee bevat twee nawoorden, die het leven en werk van Bea Vianen nader toelichten.