In 1982 publiceerde Simon Carmiggelt de bundel ‘ Welverdiende onrust’. Hij was toen achter in de zestig en schreef al zo’ kleine veertig jaar columns. Je merkt wel enige verschillen met zijn vroegere werk. Dat waren vaak vlot geschreven stukjes met een kwinkslag. Vaak schreef Carmiggelt toen over zijn kinderen en later zijn kleinkinderen. In deze bundel kom je hen niet tegen. Ook geen stukjes in meerdere afleveringen over bijvoorbeeld een vakantiereisje. Het lijkt of Carmiggelt zijn privéleven afschermt. Hij was door zijn tv optredens een bekende Nederlander en uit andere bronnen is bekend dat zijn huwelijk met Tiny moeizaam was geworden. Toch lijdt de kwaliteit van de verhalen er niet onder, het zijn vaak parels, gebaseerd op min of meer toevallige ontmoetingen of jeugdherinneringen. Het laatste verhaal, ‘Gedag zeggen’ is daarvan een goed voorbeeld. Het gaat over een oude man in een ziekenhuis in Almelo. Een vrouw van een jaar of veertig bezoekt hem na een eerdere ontmoeting en zegt hem gedag. Hij heette meneer Kip. Die middag overlijdt hij. De vrouw reikt Carmiggelt het verhaal aan. De titel van de bundel is een woordspeling op de welverdiende rust die na lang werken met de pensioentijd wordt geassocieerd. Carmiggelt geloofde daar niet in, vandaar de titel. Ik heb de indruk dat hij aandacht besteedde aan het afwerken van de columns, terwijl hij ze in zijn jongere jaren als het ware uit zijn mouw schudde.
Reactie plaatsen
Reacties