Uitzicht en inzicht

 

In het hoofd van de man razen gedachten. Hier in Bazel komen de beelden terug, als tikkende klokken die niet tot zwijgen zijn te brengen.
Hij ziet haar voor zich, de vrouw die hem ooit vernederde, nu als spookgestalte.
Vandaag liep hij langs de Rijn en zag in het Tinguely-museum de zinloze apparaten die voortdurend bewegen. Daar liep ze.
Ooit waren zij collega’s. Ze zat tegenover hem in een benauwde kantoorkamer. Het werk stond haar tegen en zij reageerde dat op hem af. Hij liet zich door haar in een ondergeschikte positie dringen. De werkcultuur was er een van schijnbare gelijkwaardigheid. Dat leidde tot verloedering, zoals wel bij meer van het erfgoed van de jaren zestig. 

Het loopt tegen middernacht. In de bungalow op de berghelling, dringt geen geluid tot hem door. Door het raam ziet hij vage schimmen. Hij opent de deur en voelt de zachte avondlucht.
Hij ziet de vrouw bij het hek. Ze loopt naar hem toe.
´Het spijt me´ zegt ze, ´ik heb me naar gedragen, ik heb je onnodig veel pijn gedaan, dat had je niet verdiend. Ik was bezeten door demonen, ik was mezelf kwijtgeraakt, maar dat zag ik toen niet. Daarom haatte ik jou. Ik wilde je niet meer zien, nooit meer.’
‘Ik heb ook fouten gemaakt ,’ zegt de man.
Hij schenkt een glas wijn in.
‘Laten we elkaar vergeven. We zijn mensen en we zijn niet volmaakt.’ 

De man stelde zich vaak voor dat het ooit zo zou gaan. 

Er staat niemand bij het hek. Hij hoort nu het ruisen van de bomen en in de verte het kletteren van een waterval. Morgenochtend zal hij de zon boven de bergen zien opgaan en van het uitzicht genieten. Nu op dit late uur moet hij het doen met het inzicht.
Mensen kunnen muren opbouwen die ze nooit meer kunnen slechten. De echte slechteriken worden niet geplaagd door een geweten, de mensen die over hun grenzen heen gaan en in hun waardigheid worden aangetast, hebben er wel last van, jaren lang, soms een leven lang.
De man sluit de deur en weet dat hij weer de schimmen in zijn eigen hoofd ziet. Hij kijkt in de spiegel en zegt hardop: ‘ Je hebt het recht er te zijn, ieder mens heeft recht om te zijn wie hij of zij is.’