Kleren maken de mens
Ik was vijfeneenhalf jaar toen ik voor het eerst een kledingstuk mocht uitzoeken. Dat was in een winkel in Maastricht.
Ik verbleef bijna drie maanden in een ‘bleekneuzenkolonie’ in Bunde, waar nonnen de scepter zwaaiden. De bedoeling was om daar aan te sterken door het in colonne lange wandelingen te maken en veel boterhammen te eten. Mijn ouders in den Bosch werd verteld dat alles goed ging, maar dat ik wel een nieuwe broek nodig had.
Zo ging ik op een ochtend met een non mee met de bus naar Maastricht, naar een kledingzaak. Daar werden twee broeken voor mij neergelegd, een zwarte en een bruine. Toen de mevrouw van de winkel me vroeg welke ik de mooiste vond, wees ik de zwarte aan.
De non zei toen dat de andere toch beter was en die werd het. Ik had dus eigenlijk niks te vertellen.
Daarna gingen we naar een lunchroom, waar ik een ijsje kreeg. Voor de non was het natuurlijk ook een uitje, zo op en neer naar Maastricht. De rekening ging uiteraard naar mijn ouders, maar daar had ik nog geen benul van.
Dit gebeurde in het najaar van 1952. Anderhalf jaar later deed ik als zevenjarige jongen mijn ‘Eerste Heilige Communie’. Kort daarvoor ging ik met mijn ouders naar een kledingwinkel in Den Bosch. Ik kreeg toen een mooie korte broek en een jasje; samen kostte dat tachtig gulden; ik hoorde dat ik een ‘dure jongen’ was. Het was mijn eerste ‘nette pak’, voor de zondagen en de feestdagen. Een half jaar was ik er al weer uitgegroeid.
Pas veel later ging ik zelf kleren kopen. In mijn studententijd in de jaren zestig was het mode om je af te zetten tegen conventionele kleding, veel jongeren zochten een alternatieve kledingstijl.
Alternatief of conventioneel, chique of ‘casual’, met kleding druk je altijd iets uit, door de kleuren, de stoffen, de uitstraling. Je kiest daarom de kleuren die bij jou en je stemming passen, je kiest de stoffen waar je graag in gezien wil worden. Je kleren worden dan iets dat bij jou hoort. Dat voel je al als je een nieuwe broek die je lekker zit een paar dagen aan hebt.
Naarmate je ouder wordt, gaat je persoonlijke keuze een steeds grotere rol spelen. Als kind bepalen anderen wat je draagt, als jong volwassene ben je nog erg gevoelig voor wat leeftijdgenoten vinden. Later ontwikkel je steeds meer je eigen smaak.
Ik vind het wel prettig als ik in een winkel goed advies krijg. Onder goed advies versta ik niet het betuttelen zoals die non deed, maar wel het meedenken over wat bij je past. Dat kan mede afhankelijk zijn van de gelegenheid of de stemming. Kleren maken immers de mens en niets is zo veranderlijk als een mens!
© José van Rosmalen, 2013
Reactie plaatsen
Reacties