Kreta in het voorjaar, 1979
In mei 1979 bezochten we Kreta. We verbleven daar in een hotel in Iraklion, de hoofdstad van het eiland. Het lag in het centrum van de stad en had een dakterras met een klein zwembad. Vanuit het hotel kon je makkelijk lopen naar een groot, druk plein, vol terrassen. Obers liepen er af en aan met dienbladen; het was imponerend om te zien, hoe ze behendig en schijnbaar roekeloos, dwars door het verkeer liepen.
Het kostte veel moeite om af te rekenen voor de gebruikte consumpties; het leek alsof dit voor de obers een hinderlijk detail was, dat eigenlijk niet bij het vak mocht horen.
We bezochten vanuit Iraklion het door grote vestingmuren omgeven Rhetymon, met een mooi uitzicht op de zee. Op een terrasje aan de haven dronk ik daar vier glazen ouzo, mijzelf wijsmakend dat het dronk als limonade. Daarna liep ik enigszins zweverig door het stadje. Ook bezochten we Malia, met oude opgravingen. Bij een disco zag ik een groot opschrift met 'Grease', de naam van de toen populaire film van John Travolta. Ik realiseerde mij de klankovereenkomst tussen Greece en Grease.
Meer indruk dan Malia maakte het paleis van Knossos, met de talloze resten van kamers, trappetjes, stukken van paleizen. Die indruk kwam door de combinatie van de archeologische resten en de prachtige ligging, ietwat boven Iraklion, met hier en daar uitzicht op zee.
Het archeologisch museum in Iraklion hebben we ook aandachtig bekeken, we brachten er bijna een hele dag door. Aan de potten en siervoorwerpen kon je de periodes van hoogtepunten en van relatief verval van beschavingen aflezen.
Die week in Kreta hadden we stralend blauw weer en het was niet te warm. We konden daarom veel doen.
We gingen met een bus naar het binnenland; we kwamen door kleine dorpjes, hoog in de bergen. Oude vrouwtjes vol rimpels liepen er in zwarte kledij. Die bus ging ook naar de zuidkant van het eiland, Ierapetra.
Aan de toeristen werden allerlei excursies aangeboden. Een keer trapten wij daar in. Het was een excursie naar een dorp, met een 'Griekse maaltijd', met 'onbeperkt wijn drinken'. We werden naar een bergdorp vervoerd, waar de bus bij het begin parkeerde. Via rotsweggetjes moesten we naar boven klauteren. Bewoners lieten zich tegen betaling door toeristen fotograferen. De opgelegde quasiauthenticiteit hinderde me. We kwamen in een overdekte ruimte met eenvoudige houten banken en tafels. Aan die tafel werden wij bediend. Oude mannetjes met kruiken schonken voortdurend wijn. Het duurde allemaal uren. Pas tegen elven wankelde de horde de rotsweggetjes weer af, na een kennismaking met het pure Griekse dorpsleven. We hadden spijt aan deze vertoning te hebben meegedaan.
Na een week gingen we terug; we vertrokken uit een zomers Kreta en gingen naar een koud Amsterdam. De piloot riep om dat het daar twee graden Celsius was. In het vliegtuig ontstond een licht gejoel bij het horen van die temperatuur.
© José van Rosmalen, 2013
Reactie plaatsen
Reacties