De waarheid liegen

 

Ik ben mijn leven lang gefascineerd door schrijven en schrijvers. Schrijvers openen deuren naar de diepste waarheid en liegen ook vaak alsof het gedrukt staat. De schrijver is een tweekoppig monster, oprecht en leugenachtig tegelijk, een fantast die denkt dat hij de waarheid in pacht heeft, een behaagzieke charmeur die je weet in te palmen.
Toen ik een kleine jongen was kwam er bij ons thuis regelmatig een schrijfster over de vloer, een chaotische vrouw die altijd vol verhalen zat. Ze leefde in chronische armoede, want haar boeken werden nauwelijks verkocht. Mijn moeder zei, dat ze een heleboel verzon, terwijl het allemaal klonk alsof het echt gebeurd was. Voor mij bracht ze juist daarom de magie van het schrijverschap met zich mee.
Inmiddels weet ik dat schrijvers vaak waarheid en fantasie met elkaar vermengen en dat de verbeelding regelmatig met hen op de loop gaat. Neem Boudewijn Büch. Hij beweerde dat hij diverse universitaire studies had gedaan en hij schreef het boek ‘de kleine blonde dood’ over zijn zoontje dat op jonge leeftijd overleed. In werkelijkheid heeft Boudewijn na een paar jaar gymnasium een Mulo-diploma gehaald en heeft hij nooit kinderen gehad. Een ander voorbeeld is de schrijfster Carl Friedman, die onder meer de romans ‘Twee koffers vol’ en ‘Tralievader’ schreef. Uit die romans kreeg je de indruk dat haar vader een joods oorlogsslachtoffer was. Carl Friedman is echter in een katholiek Brabants milieu opgegroeid en zij heeft ook geen joodse achtergrond.
Hoever mag een schrijver gaan in het scheppen van zijn of haar eigen werkelijkheid? Ondanks zijn gejokkebrok heb ik altijd een zwak gehad voor Boudewijn Büch. Hij slaagde er in om enthousiasme over te brengen. Je voelde zijn fascinatie voor Goethe, voor afgelegen eilanden, voor de uitgestorven vogel, de dodo. Hij flikte het toch ook maar om een leuk en spontaan interview te maken met Mick Jagger en zich daarbij onbeschaamd als een narcistische ijdeltuit te gedragen. Boudewijn overschreed vele grenzen, maar deed dat niet ten koste van anderen.
Met het zich presenteren als dochter van een joods oorlogsslachtoffer, heb ik meer moeite. Als je schrijft alsof je een slachtoffer bent, dan voelt de lezer zich bekocht, als dat slachtofferschap uiteindelijk verzonnen blijkt te zijn. De compassie die je met de beschreven personen hebt, voelt ineens als een nep-emotie. Het veinzen van slachtofferschap is bovendien niet elegant ten opzichte van echte slachtoffers. Een schrijver liegt de waarheid, zei Simon Carmiggelt over zijn werk. Hij selecteert, laat dingen weg of voegt dingen toe. Hij denkt daarbij aan het effect op de lezer. Een schrijver mag zijn grenzen stellen en mag grenzen verleggen. Graag zelfs. De enige valkuil zijn valse pretenties. De lezer moet in de schrijver kunnen geloven, al liegt hij er op los!

 

© José van Rosmalen

 .

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.
Rating: 5 sterren
1 stem