Eerstejaars

Tim vond eind augustus een kamer in Utrecht. Tijdens de introductieweek van de studentenvereniging kwam hij Suus tegen, derdejaars en al twintig. Ze bood aan met hem de stad te verkennen.
Even later liepen ze langs de Oudegracht en door de Dorstige Hartsteeg.
’Ik weet wel een leuk café Tim, de Bedstee, dat is hier dichtbij.’
 
In de warme kroeg voelde Tim iets kriebelen,  maar er kwam niet meer uit dan ‘best een leuke stad Utrecht’.  

‘Je mag mijn kamer wel even zien, ik woon op een zolder in de Schoolstraat.’
Hij liep met haar mee, de trappen op.
De volgende ochtend keken ze vanuit  het smalle  bed door het tuimelraam naar de grijze lucht.‘ Nou ben je ontgroend Tim.'

 

c José van Rosmalen,  2015

zie ook:   https://120w.nl/2015/eerstejaars/