Leonardo Da Vinci was een kunstenaar en geleerde, die leefde aan het einde van de vijftiende en begin van de zestiende eeuw. Dat is nu ruim vijfhonderd jaar geleden. Da Vinci was zeer veelzijdig. Hij schilderde, hij beeldhouwde, hij schreef, hij ontwierp allerlei  machines en hij hield zich bezig met architectuur. Ook maakte hij anatomische schetsen van mensen  en dieren. Hij was van alle markten thuis en op alle fronten een uitblinker. Hij is een van de grote genieën uit de geschiedenis van de mensheid.

Da Vinci leefde in de periode die we de Renaissance noemen.  Men greep toen terug  op de beschaving van de Grieken en Romeinen.  In de lange periode daartussen, de Middeleeuwen nam het geloof een centrale plaats in. De  menselijke creativiteit richtte zich toen vooral op het eren van God en het belijden van het geloof.  Uiteraard waren de mensen ook toen niet alleen maar op ‘het hogere’ gericht, je had ook kluchten en ‘platvloers’ vermaak, dat van alle tijden is.

In de Renaissance hechtte men veel waarde aan kunst en wetenschap.  Vooral in Italiaanse steden zoals Rome,  Florence, Venetië en Milaan kwam de Renaissance tot bloei.  Dat leverde prachtige architectuur op , interessante boeken, muziek en nog altijd beroemde schilderijen.

Aan het einde van de vijftiende eeuw bereikte de Renaissance haar hoogtepunt.  Bekende schilders en beeldhouwers uit die tijd waren naast Da Vinci, Michelangelo, Titiaan en Rafaël.  Van deze meesters is er in de  Nederlandse musea niet veel te vinden. Het Teijlers museum in Haarlem heeft enkele tekeningen van Rafaël, het Rijksmuseum in Amsterdam heeft enkele tekeningen van Titiaan en Michelangelo. Voor werk van Da Vinci moet je naar het buitenland. Zijn belangrijkste werken zijn te vinden in Rome, Parijs, Florence, Sint-Petersburg , Londen en Washington. Dat reis je niet een, twee, drie af.

Nu  is er in het oude postkantoor op de Coolsingel  tot begin januari 2014 de gelegenheid om al het werk van Da Vinci te bewonderen. Het gaat natuurlijk niet om de originele schilderijen, omdat die te kostbaar en te kwetsbaar zijn.  De ‘echte’ Mona Lisa krijg je er dus niet te zien. Maar daar staat wel wat tegenover. In de tijd dat Da Vinci schilderde gebruikte hij verf en vernis die aan slijtage onderhevig waren. De originele kleuren zijn daardoor aangetast.  Door middel van uitgebreid onderzoek heeft men kunnen achterhalen hoe de Mona Lisa er oorspronkelijk uit moet hebben gezien. Het schilderij was toen lichter en had meer kleur.

Zowel de huidige versie als de versie zoals die oorspronkelijk moet zijn geweest, kun je in de tentoonstelling zien, met een uitgebreide toelichting.

Ook wordt er veel aandacht besteed aan het schilderij  ‘Het laatste avondmaal’,  dat in het boek van Dan Brown, ‘de Da Vinci Code’ zo’n belangrijke rol speelt. Da Vinci zou een geheime code in het schilderij hebben aangebracht. Hoe je hier ook over mag denken, je kunt het schilderij in de tentoonstelling nu goed bestuderen.

De tentoonstelling biedt meer dan de schilderijen. Je kunt er zo’n zeventig ontwerpen zien van dingen die Da Vinci bedacht. Deze zijn op ware grootte uitgevoerd.  Zo zijn er een vliegmachine, een katapult,  hefbomen en een parachute. Da Vinci bedacht dus al in de vijftiende eeuw hoe een mens zou kunnen vliegen. Pas in de twintigste eeuw kwam het er in de praktijk van. Da Vinci was zijn tijd dus ver vooruit. Er staan ook veel apparaten die je zelf kunt bedienen, het is dus ook leuk voor kinderen.

 

De  tentoonstelling wordt gehouden in het oude postkantoor van Rotterdam aan de Coolsingel. Vooral aan de binnenkant is het een imposant gebouw. Het is dan ook een waardige plek voor het werk van Da Vinci.

 

Voor meer informatie over de tentoonstelling, zie http://www.davincithegenius.nl/