De veertiende mei
Voor de stad Rotterdam is 14 mei elk jaar de verjaardag van het grote bombardement. Dat is nu drieënzeventig jaar geleden, dus alleen oudere Rotterdammers kunnen het zich nog herinneren. Zij kunnen er hun verhaal over vertellen. Ze waren nog kinderen toen. Het is belangrijk die verhalen vast te leggen en er naar te blijven luisteren. De zinloze verwoesting die toen plaatsvond heeft het vooroorlogse Rotterdam in één klap veranderd. De vuurzee bracht een verzengende hitte met zich mee. Mensen sloegen op de vlucht, zover mogelijk weg van het gevaar. Ongeveer achthonderd mensen vonden bij het bombardement de dood.
Juist de laatste jaren wordt er in Rotterdam meer aandacht besteed aan het bombardement en de gevolgen ervan. De brandgrens, de grens tot waar de bommen vielen, is sinds enkele jaren gemarkeerd met straattegels met een rode vlam. In de Laurenskerk vindt jaarlijks een grote herdenking plaats.
In een oorlog komen niet alleen onschuldige mensen om, maar ook de menselijke waardigheid wordt aangetast door de waanethiek van vermeende superioriteit. Voor Hitler en het naziregime was Rotterdam niet meer dan een radertje dat moest wijken voor hun oorlogszucht. Zij vonden dat ‘het Duitse volk’ de wereld mocht overheersen. Voor degenen die het bombardement meemaakten is er altijd sprake van een ‘ervoor’ en ‘erna’. Het was een gebeurtenis die diep in het leven van mensen ingreep. Ook wie toen nog een kleuter was, weet dat er iets verschrikkelijks gebeurde.
Juist nu het allemaal zo ver weg is en je de Duitsers van nu niks meer kunt verwijten, is het goed om jaarlijks stil te staan bij de wond die Rotterdam in het hart trof. Ik denk dat in de periode van de wederopbouw en de welvaartsperiode daarna velen het verleden liever ‘vergaten’ dan ‘verwerkten’. Pijn kun je echter nooit helemaal vergeten, ook als je je met andere dingen bezighoudt, zoals bijvoorbeeld je werk of je opgroeiende kinderen. Juist bij ouderen komen ervaringen uit het verleden vaak in verhevigde mate terug. De filmbeelden komen opnieuw op het netvlies.
Gelukkig kunnen we niet alleen narigheid maar ook hoop putten uit het verleden. Mensen hebben vaak een onvoorstelbare veerkracht, zelfs als zij ernstig leed hebben ondervonden. Wie het kwaad in de ogen keek, draagt dat niettemin met zich mee als een last op zijn schouders. Het gaat nooit helemaal over.
Nu er in Duitsland een proces plaatsvindt tegen een rechts extremiste die medeverantwoordelijk is voor de moord op tien in Duitsland wonende Turken, weet je dat het gevaar nooit helemaal voorbij is. Waakzaamheid tegen onverdraagzaamheid blijft geboden. Een weerbare democratische rechtsstaat moet sterker zijn dan de krachten van de haat en de liefdeloosheid. Het huidige Duitsland voldoet gelukkig aan die maatstaf, maar er is geen garantie dat het ‘nooit’ meer gebeurt. In Hongarije wordt het ongelijk behandelen van mensen nu parlementair ‘goedgekeurd’; daarmee zit je al op een hellend vlak.
Herdenken is het toelaten van je gevoelens maar ook letterlijk her-denken, opnieuw denken over het gebeurde, je kritische verstand gebruiken. Voor mij betekent dat opkomen voor de gelijkwaardigheid van mensen, niet zo maar aanvaarden dat mensen als ‘minder’ of ‘anders’ worden beschouwd of behandeld. Wie beseft waar dat in zijn uiterste consequentie toe kan leiden, weet dat je er maar beter niet aan kunt beginnen. Veertien mei is daarom een gedenkwaardige dag.
Hieronder twee links: het herdenkingsprogramma in de Laurenskerk op 14 mei
Documentaire over ooggetuigen van het bombardement:
http://www.laurenskerkrotterdam.nl/programma/agenda/punt/255/