Thea Beckman, Het wonder van Frieswijck
Dit boekenweekgeschenk voor kinderen speelt in de vijftiende eeuw in Kampen en rond Deventer, beide middeleeuwse hanzesteden die toen volop floreerden. Aleit is een twaalfjarig meisje, dochter van een rijke reder en in bezit van haar lievelingshond Tieske die dreigt te worden afgemaakt omdat hij een jongen had gebeten. De rechter staat toe dat hij een andere straf krijgt, een bedevaart naar een ‘magische boom’ in de buurt van Deventer. Het verhaal gaat ook over slavernij en over een Portugees die een slaaf bij zich heeft, een jongen nog. Aleit gunt hem zijn vrijheid en weet hem uiteindelijk met een list te bevrijden nadat de Portugees te diep in het glaasje had gekeken. Naar huidige maatstaven is de taal die Thea Beckman gebruikt niet meer zo acceptabel. Ze heeft het over een zwart negerslaafje en over een negertje. Niet slecht bedoeld denk ik, maar het komt tegenwoordig niet zo gelukkig meer over. Beckman probeert juist ook vooroordelen te benoemen, die vermoedelijk van alle tijden zijn, maar als ze nu dit boek zou hebben geschreven in plaats van ruim dertig jaar geleden zou ze haar woorden anders hebben gekozen. Het boek is vooral gericht op het je inleven in het meisje van twaalf en hoe ze zich handhaaft in een volwassen wereld die haar soms vijandig is of met onbegrip reageert. De list waar de clou om draait vormt het hoogtepunt en tevens het sluitstuk van het boek.