Zeven mikken
De oude boerin wilde het jongetje graag vetmesten. Niet omdat ze jongetjes wilde eten, maar wel omdat ze graag indruk maakte op zijn ouders, mensen uit de stad. Thuis at het jongetje meestal maar twee boterhammen, maar dat was onder de maat. Hier moest hij veel meer mikken eten. Alleen al dat woord maakte het anders. Je hebt er pas drie op, klonk het smalend in zijn oren. Op een dag ging hij voor zijn persoonlijk record, het werden er zeven. Toen zijn moeder hem kwam ophalen, kreeg ze dat te horen. Hij heeft hier wel zeven mikken gegeten. Ze voelde het stille verwijt, dat die stadskinderen niet genoeg aten en te weinig buitenlucht kregen. Het jongetje wilde naar huis.
© José van Rosmalen, 2013