Een veertje laten
Het nieuwe Kabinet van de PvdA en de VVD is van start gegaan, binnen twee maanden na de verkiezingen. Di e voortvarendheid valt te prijzen, evenals de uitstraling om bruggen te willen slaan. Nederland is de afgelopen tien jaar een verdeeld en in zichzelf gekeerd land geweest, dat vaak negatief op de ‘boze buitenwereld’ reageerde. Het populisme dan wel de angst daarvoor had te veel invloed. Het valt dan ook te hopen dat de rechtse wind in dit land niet meer gaat waaien, maar laten we onze zegeningen niet te vroeg tellen. Het regeerakkoord kan in het meest optimistische geval de kracht van links en van rechts bundelen en de zwakte van beide kanten compenseren. Zo was de VVD halsstarrig als het gaat om de hypotheekrenteaftrek en de PvdA als het gaat om een kortere WW. Nu beide partijen water bij de wijn doen, kan dat juist gunstig uitpakken voor de woningmarkt en de werkgelegenheid.
Het plan om de zorgverzekering grotendeels inkomensafhankelijk te maken is voortgesproten uit de wens van de PvdA om de kosten van de crisis ‘eerlijk’ te verdelen, dat wil zeggen dat de mensen met een laag inkomen er niet of het minst aan bijdragen. Dat is een nobel standpunt, maar het gekozen middel is niet verstandig. Het is, ere wie ere toekomt, een VVD minister geweest die in Nederland een einde maakte aan het verschil tussen particuliere en fondspatiënten. Die minister was Hans Hoogervorst. Vroeger kende je de situatie dat sommige huisartsen er nog een apart spreekuur voor fondspatiënten op nahielden ( ‘tussen acht en half negen’) met als toevoeging ‘particulieren volgens afspraak’.
Naar die tweedeling moeten we niet meer terug. Het Kabinet zal het plan moeten aanpassen. Daarbij kun je wel als leidraad houden dat de lagere inkomens gespaard blijven en de mensen met een hoger inkomen er wat op achteruit gaan. Je moet dan echter ook kijken naar de echt hoge inkomens en vermogens. Als de miljonairs in Nederland één procent van hun vermogen afstaan, levert dat al drie miljard euro op. De ‘quote 500’ kan best een veertje laten!
.
© José van Rosmalen