Geert Mak, het ontsnapte land
De vader van Geert Mak woonde in Schiedam. Tegen het einde van zijn leven praatte hij met zijn jongste zoon Geert over zijn herinneringen aan zijn jeugd in het begin van de twintigste eeuw. Hij maakte toen met zijn oom een vaartocht van Schiedam naar Zaandam en terug. Geert besluit in 1997 deze tocht zelf te maken. Hij geeft hiervan een persoonlijk reisverslag en gebruikt dit ook om te reflecteren op het Nederland van toen en nu. Steden zijn uitgedijd, het vroegere platteland is rommeliger geworden, de overgangen van stad naar platteland zijn minder duidelijk geworden. Echte ongerepte natuur is er nauwelijks meer, hoogstens een geromantiseerd beeld daarvan. Erg optimistisch is hij niet in dit boekje, waarin hij onder meer zijn vriend, de schrijver Koos van Zomeren citeert, die ook ‘het natuurlijke’ in de natuur mist. Het Nederland van 1997 had drie keer zoveel inwoners dan het Nederland van 1912. Het boekje is een inspiratie om over de maatschappelijke veranderingen in die periode van bijna een eeuw na te denken. We herkennen de stijl van de auteur die hij ook in zijn meer omvangrijke boeken hanteert zoals ‘In Europa’ en ‘ Reizen zonder John’. Dit kleinschalige werk heeft ook zijn eigen charme, al is het maar omdat je het als ‘tussendoortje’ kunt lezen.