Karl Popper, De open samenleving em haar vijanden
Ik las de boeken van Popper toen ik in Utrecht sociologie studeerde. Ik weet nog dat de twee delen van ‘de vrije samenleving en haar vijanden’ bij de Slegte eind jaren zestig samen f 6,90 kostten, ook in die tijd geen rib uit je lijf. In het eerste deel behandelt Popper de oude Grieken, met name Plato, die volgens hem een conservatief was die het verleden idealiseerde. Dit eerste deel is bedoeld als basis voor het uitgangspunt van Popper dat kennis en inzicht niet voortkomen uit ideeën over historische wetmatigheden maar door het toetsen van veronderstellingen. Hij noemt dat kritisch rationalisme. Popper streed tegen totalitaire opvattingen, ook die van het Marxisme. In 1970 bezocht ik in Utrecht een lezing die hij gaf in de aula van het Academiegebouw van de universiteit aan het Domplein in Utrecht. Hij vroeg toen beleefd om niet te roken. Veel studenten vonden dat nog niet vanzelfsprekend. De ideeën van Popper zijn voor mijn ontwikkeling en maatschappelijke en politieke opvattingen erg belangrijk geweest. Zijn filosofie en zijn opvattingen van wetenschap bedrijven hebben nog altijd waarde. Je komt steeds weer mensen tegen die doen alsof de wijsheid aan hen geopenbaard is, terwijl het toch eerder een kwestie van trial en error is, het zoeken en vinden van een stukje waarheid. Dat besef maakt je bescheiden maar ook weerbaar tegen de hoogmoed van valse profeten die elke keer weer opduiken en die mensen weten te begeesteren. Kortom een boek dat de tijd trotseert.