Paula Gomes, Sudah, laat maar

1886279

 

In 1981 nam ik in Rotterdam deel aan een werkgroep van amateur-schrijvers die werd begeleid door Paula Gomes. De bijeenkomsten vonden plaats in de poëzie winkel ‘ Woutertje Pieterse’ in het centrum van Rotterdam. Het was een pijpenla vol met boeken met een zitgedeelte en een keukentje, een plek waar ik graag kwam. Woutertje Pieterse is naast de Max Havelaar een van de bekende boeken van Multatuli. Vlakbij die winkel die al lang is verdwenen, hangt nog altijd het portret van Multatuli met zijn citaat: ‘ van de maan af gezien, zijn we allemaal even groot’.
Paula Gomes was een slanke vrouw met een Indische achtergrond. Over haar leeftijd wilde ze zich niet uitlaten. Als het om schrijven ging, was haar lijfspreuk: ‘ schrijven is schrappen’. Ze ging overigens heel respectvol om met de teksten van de deelnemers, die uiteraard van wisselende kwaliteit waren. Zij groeide op in wat toen nog Indië heette, als dochter van een Nederlandse vader en een moeder die uit een ‘gemengd’ huwelijk was geboren, een Indonesische oma en een Nederlandse opa. In 1975 kwam het boek ‘Sudah, laat maar’ van Paula Gomes uit als Querido uitgave. Ik bezit daar een exemplaar van, met voorin handgeschreven een gedichtje van Paula Gomes.

Nog steeds zie ik de pisangbomen
het teergroen blad door de wind gescheurd
in al die jaren is zoveel gebeurd
ik heb ‘t allemaal maar laten komen.

Uit deze strofe en ook uit de titel spreekt een gevoel van berusting. Paula Gomes heeft als jonge vrouw vreselijke dingen meegemaakt. Vastgezet in een vrouwenkamp, marteling bij verhoren, het plotseling overlijden van haar moeder, het scheiden van de mannen en de vrouwen en het uit het oog verliezen van haar vader. Vervolgens werd ze na de oorlog het land uitgezet omdat ze met een Nederlandse vader bij de ‘blanke overheersers’ hoorde, hoewel ze feitelijk tussen de twee culturen instond. Later bezocht ze Indonesië als toerist en voelde ze ondanks alles haar verwantschap met de Indonesiërs. Die herkenning kwam van beide kanten. Het verhaal is opgebouwd met stukken die in het verleden speelden en stukken in het heden. Het boek eindigt met de tocht op een schip via Singapore, Egypte naar het koude Holland, waar ze in Rotterdam belandde.
Het boek is te vinden op de digitale bibliotheek Nederland, met een nawoord van Rob Nieuwenhuijs, een kenner van de Nederlands-Indische literatuur. Op goodreads staan er ook reacties in het Maleis, dus het boek moet ook in Indonesië gelezen worden. Pas nu weet ik dat Paula Gomes in 1922 is geboren en in 2013 is overleden. In 2012 zat ze achter me in de concertzaal in De Doelen, oud en breekbaar, maar ze zei toch ‘Ha, José ‘. Ze herkende me ook nog na dertig jaar en haar boek, dat aanvankelijk onopgemerkt bleef, verdient ook zeker erkenning. Het is een boek met berusting als ondertoon, maar er zit toch ook iets strijdbaars in. Ze wilde uiteindelijk een brug slaan naar het volk dat haar afwees maar waar ze ook uit was voortgekomen. Een Hollands Indisch meisje tussen moederland en vaderland.

 

Zie ook: https://www.goodreads.com/book/show/1886279.Sudah_Laat_Maar