Auke van der Woud, De steden, de mensen. Nederland 1850-1900
Dankzij het lezen van dit boek weet en begrijp ik meer van het Nederland van mijn (bet)0vergrootouders, de tweede helft van de negentiende eeuw. De maatschappelijke veranderingen in die periode waren enorm. Er gingen treinen rijden, er kwam in de steden een waterleiding, het kunstlicht werd uitgevonden, mensen konden op gas gaan koken. In de eerste helft van de 19e eeuw had de koning nog veel macht. Met name door Thorbecke kwam er een nieuw grondwet, waardoor de macht van de koning werd getemperd. In de tweede helft van de 19e eeuw heerste er bij het gros van de bevolking een onvoorstelbare armoede. Men at slecht en te weinig voedsel en woonde in de steden in krotten. In het westen van het land lag de gemiddelde levensverwachting onder de dertig jaar, vooral ook door de massale kindersterfte. In 1901 werd de woningwet aangenomen die geleidelijk aan verbetering met zich bracht. Ook de verbetering van het drinkwater was essentieel. Wetenschappelijk onderzoek hielp ook.
Het boek beschrijft de toestanden en ook de grote veranderingen. De bevolking nam toe en geleidelijk nam de armoede iets af. Er was overigens een groot verschil tussen arm en rijk. In die tijd mochten alleen de rijkere mannen stemmen,
Pas in 1919 kwamen kwam her algemeen kiesrecht. Auke van der Woud maakt dit verhaal voor een breder publiek toegankelijk. Het boek telt 51 hoofdstukken en ook 51 passende foto’s.