Stottertherapie

 

 

‘Dag Dirk, waar woon je?’
‘Ik woon in de, de, de Dedemsvaart’.
‘Is daar veel te doen?‘
‘We hebben hiehier hishishistorische landhuizen en een echt stostoplicht.‘
‘Heeft Dedemsvaart ook een hart?’
‘Dat hahart zit in ononszelf. Voel maar hoe het klopt bij mij.’
‘Het klopt nu snel en dan weer langzaam, wat onregelmatig eigenlijk.’
‘Gelukkig hebben we hiehier ook de de defibrillator.‘
‘Wat is de fibrillator?
Nee, niet de de fibrillator, maar de de defibrillator, snap je, de is hier geen lilidwoord, maar hoohoort er gewoon bij.
‘Dirk, je hebt me weer wat geleerd, ik ben ook maar eenvoudige therapeut.’
‘En ik ben zeker niet de boerenlul waar jij me voor me houdt.’

Ineens was bij Dirk het stotteren over.

 

zie ook: http://120w.nl/2014/stottertherapie/