Fietsvakantie

 

 

 

Jongens, waren het nog, Sjoerd en Henk, net vijftien geworden. In de vakantie na de derde klas gingen ze op fietsvakantie, naar de Loosdrechtse plassen. Ze mochten voor het eerst van hun ouders samen op pad, als beloning omdat ze al zo ver met hun opleiding waren. De moeder van Sjoerd hielp met pakken, ‘je moet dat zo doen, jongen’. 'Eerst de fleecedeken, dan de kleren en het kampeerservies. Ik zal ondertussen die knoop er nog even aanzetten en de omslag uit je broek halen.' Je bent nu zo gegroeid, joh.’ Ma liep naar de naaimachine en in een kwartier was het klaar. Sjoerd gdacht, ik zou niet eens weten hoe zo’n ding werkt.

Met een half oog keek hij naar de melige presentator die weer zo’n oubollige quiz presenteerde. Dat kreng moest ook altijd aan van zijn ouders. Hij las liever een boek. ‘ Denk je ook aan de tabletten tegen de hooikoorts, ik stop ze in het zijvak, niet vergeten hoor’. Moeders denken ook aan alles, best irritant vaak, maar dat schijnt in ze te zitten. Ja hoor, er komt meteen nog een advies, ‘zijn je fietsbanden wel opgepompt en denk je aan de reparatieset’. Komt wel ma. 'Laat het nou niet wachten tot morgenochtend, je wil toch vroeg weg, Henk haalt je toch om half negen op.'

Eindelijk fietsen ze dan weg, na de warme chocolademelk, ieder met een hangportemonnee onder het t shirt; het is al weer rond tienen en het wordt al warmer. De klokkenluider van de kerk op de hoek mag nu tien keer doen wat hij het liefste doet, lekker beieren. Ze zien er Els, met verstolen blikken kijken ze naar die mooie meid, die net oversteekt. Ze nemen de tijd om te wachten voor het zebrapad en doen alsof ze het streeppatroon bestuderen, maar pas als Els al lang weer op de stoep loopt, gaan ze verder.

Die avond slaan ze hun tentje op, Henk is er het handigste in. Later proberen ze te slapen. Het regent en het tentzeil voelt klam aan. De zaklantaarn geeft een kleine straal licht. Sjoerd kijkt op zijn horloge, half drie. Hij moet plassen. Hij heeft geen zin om naar de wc, zo’n honderd meter verderop te gaan. Dan maar in het gras naast de tent, niemand die het ziet of het moest die koe zijn daar aan de andere kant van het hek.
Weg van pa en ma, best wel spannend, maar wat is het nat en drassig hier in het gras; het luchtbed is vijftig centimeter breed en dan ligt daarnaast Henk. Lag Els er maar, dan nou ja dan; hij durft zijn gedachten niet af te maken, want dan brengt hij zijn plasser in verwarring.

 

 

Dit verhaal is geschreven voor een schrijfopdracht. De volgende steekwoorden moesten worden gebruik

Fleecedeken
Naaimachine
Fietsband
Klokkenluider
Zebrapad
Presentator
Koe
Opleiding
Streeppatroon
Tablet

 

Het verhaal moet bovendien deels in de nacht spelen, waarbij de woorden donker en duister niet gebruikt mogen worden. Zie ook hyvesblog schrijvelarij: http://jose-van-rosmalen.hyves.nl/index.php?l3=bl&l4=it&blogitem_id=55617060&blogitem_secret=6Drt


© José van Rosmalen, 2013