Vonne van der Meer, Eilandgasten

 

image

Ik was in 1987 met vrouw en kind op Vlieland. Ik logeerde aan de westelijke noordzeekant maar kwam ook met de fiets op een groot deel van het eiland, met name in het dorp Oost-Vlieland dat aan de Waddenzeekant ligt. Het boek van Vonne van der Meer brengt het eilandgevoel weer terug: de wind, de duinen, het stuifzand, de glooiende paden, het idee van even helemaal weg te zijn na een boottocht van anderhalf uur vanaf Harlingen.

Vonne vertelt zes verhalen van mensen die een week of langer in het vakantiehuis Duinroosje verblijven en die vooral zichzelf meebrengen.

In het eerste verhaal logeren Dana en Chiel met hun twee kleine kinderen in het huisje. Chiel heeft pas een buitenechtelijk avontuurtje gehad toen hij bij een congres in Berlijn met ene Helga aan de zwier ging. Dana had hier lucht van gekregen omdat hij in het hotel niet bereikbaar was. De mobiele telefonie stond nog in de kinderschoenen toen dit boek uitkwam. Chiel probeert uit schuldgevoel overdreven lief te doen. Na haar woedeuitbarsting is de lucht geklaard.

In het tweede verhaal gaat de jonge Sanne met de veel oudere Martine naar het huisje. Sanne is net in verwachting. De potentiële vader, Sjoerd, weet nog van niks. Martine heeft geen kinderen, maar wel ooit een abortus gehad. Ze probeert Sanne te beïnvloeden ook daarvoor te kiezen, onder het motto dat ze nog een leven voor zich heeft. Tijdens een eenzame wandeling breekt er bij haar het inzicht door dat ze haar frustraties niet op Sanne moet projecteren. Ze wil dat Sanne trots is op haar groeiende buik.

In het derde verhaal gaat Leo, die weduwnaar is geworden naar het huisje met het stellige voornemen om een einde aan zijn leven te maken door de zee in te lopen. Hij werkt aan een afscheidsbrief voor zijn twee dochters. Al lezend merk je dat hij dat voornemen laat schieten. Hij ziet leven om zich heen en wil zijn dochters weer spreken.

In het vierde verhaal gaan Simone en Niels met hun twee dochters naar het huisje. Nils loopt met grote frustraties omdat hij een promotie in zijn werk is misgelopen. Een jongere man dan hijzelf kreeg een managementfunctie. Hij voelt zich gepasseerd en reageert dat vrouw en kinderen af. De vakantie dreigt in duigen te vallen.
Ook bij hem komt het vermogen om te relativeren eindelijk bovendrijven. Niels laat zijn agressie los. Ook hier doet de eilandlucht kennelijk wonderen.

In het vijfde verhaal komen drie studenten naar het huisje: Walter, Willemijn en Tom. Walter en Willemijn wonen samen, maar leven als broer en zus. Misschien willen ze wel meer maar het kwam er niet van. Tom is heimelijk verliefd op Willemijn, maar heeft het gevoel dat dat niet kan, vanwege Walter.
Als de twee jonge mannen samen naar een café gaan, komt het tot wederzijdse ontboezemingen. Walter gaat nu zelfs Tom helpen om het ijs te breken, eigenlijk tot zijn innerlijke verdriet. Het verhaal eindigt er mee dat Tom en Willemijn aan het wandelen gaan en Walter in stilte naar de boot vertrekt.

Het laatste verhaal bestaat uit een persoonlijke brief in het gastenboek van een zeventigjarige vrouw die weet dat haar einde spoedig zal komen. Ze schrijft openhartig over zichzelf, maar ze knipt wel de door haar geschreven bladzijden uit dit gastenboek.

Het gastenboek en de voor de gasten onzichtbare werkster spelen een belangrijke rol in het boek. Ze vormen het weefsel dat zorgt voor de samenhang van de verhalen, bijvoorbeeld door een vogelveertje dat steeds weer opduikt. De werkster wil niet op de voorgrond treden, maar ze is wel geïnteresseerd in het wel en wee van de gasten.

Als man met een katholieke achtergrond merk ik dat Vonne van der Meer vanuit een katholieke inspiratie schrijft, bijvoorbeeld bij de subtiele afwijzing of distantie van abortus en euthanasie. Ze wil een ode aan het leven brengen. Ze doet dat subtiel, zonder het er dik bovenop te leggen en daarom is het ook goed te waarderen.