Maurits Dekker, Amsterdam bij gaslicht
Maurits Dekker was een Joodse Amsterdammer die de oorlog overleefde. Hij werd geboren in 1896 en beschrijft in dit boek zijn herinneringen aan het Amsterdam rond 1910 tot 1920. In Amsterdam werden de straatlantaarns in 1910 nog met gas gestookt, in de Eerste Wereldoorlog schakelde Amsterdam over op elektrisch licht. De gaslantaarns werden dagelijks door lantaarnopstekers geactiveerd. Dat was een hele klus. De lantaarns gaven een blauwachtig licht. Dekker beschrijft in die tijd bekende straatfiguren zoals de standwerker Kokadorus en de bedelaar Japie Schapendief, het altijd dronken gemeenteraadslid Hadjememaar van de Rapaillepartij, het bruisende uitgaansleven op de Amsterdamse pleinen, de grotendeels verdwenen Joods Amsterdamse cultuur. Je voelt de ondertoon van boosheid en verdriet over wat verloren is gegaan door de naziterreur, maar toch overheerst de lichte toets van de melancholie en de heimwee naar het verdwenen Amsterdam van zijn jeugdjaren. Dekker kwam zelf uit een eenvoudig milieu, oefende allerlei beroepen uit, ging deels ook op het verkeerde pad, maar werd latervooral een schrijver en chroniqueur die je meeneemt naar een lang vervlogen tijd. Het boek kwam uit in 1950 en werd later als prismapocket herdrukt, waarvan ik een inmiddels gehavend exemplaar in bezit heb.
Reactie plaatsen
Reacties