Grenzen blijven overwinnen
Deze zomer maakten we met een cruiseboot een tocht vanuit Rotterdam en we bezochten vier steden: Hamburg, Southampton, Le Havre en Zeebrugge.
Vanwege mijn handicap boekten we een aangepaste hut. Die hut was voldoende ruim en comfortabel. Ik kon makkelijk gebruik maken van de inloopdouche en zittend douchen. Er was ook voldoende ruimte om mijn loopfiets te stallen. Bovendien mocht ik hem aan boord overal gebruiken.
Het schip is enorm groot, er zijn 16 dekken of eigenlijk 15, want uit bijgeloof ontbreekt dek 13. Ik had dat zelf niet direct in de gaten, maar ik begreep het van een kind dat er een vraag aan de kapitein over stelde.
Met zo’n tocht kun je in de plaatsen waar je komt, vanwege de beperkte tijd het beste één of enkele dingen bekijken. Zo bezochten we in Hamburg een prachtig museum over toegepaste kunst. In Southampton doken we in de geschiedenis van de ramp van de Titanic, die op een ijsschots botste. Naar de oorzaken is grondig onderzoek gedaan, zodat er ook van is geleerd. Men had bijvoorbeeld onvoldoende reddingsboten en men had ook geen verrekijkers aan boord. Het idee was: ‘ons kan toch niks gebeuren.’
In Frankrijk bezochten we het schilderachtige stadje Honfleur, dat door veel impressionistische schilders is vereeuwigd. Het haventje met de hobbelige stenen ligt er nog altijd te pronken als in de negentiende eeuw. Voor gebruikers van een loophulpmiddel is het wel een hinderlijk parcours. Niettemin leuk om het een keer gezien te hebben.
In Zeebrugge heb je het voordeel van de toegankelijke kusttram waarmee je de hele Belgische kust van zo’n zeventig kilometer lengte kunt bereiken. Wij bezochten de plaats De Haan, waar ze als artistiek project dit seizoen een parade van beschilderde hanen hebben. Op de boulevard genoten we van een lunch, met Vlaamse gastvrijheid opgediend.
Het van en aan boord gaan ging niet elke keer even makkelijk. Door het verschil tussen eb en vloed had ik toen ik in Southampton weer aan boord wilde, een rolstoel nodig die met behulp van een tandwielconstructie de trap op kon rijden. Die rolstoel was niet direct beschikbaar. Deze moest eerst bij de ziekenboeg worden opgehaald. Dat duurde zo’n twintig minuten. Twee mannen begeleidden me. Het was geen prettige sensatie, omdat mijn positie steeds veranderde van horizontaal naar verticaal.
In Le Havre was bij terugkomst de hellingbaan veel steiler dan bij vertrek. Hij liep tot dek zes. Ik heb die lange en steile helling moeizaam klauterend overwonnen, maar het was eigenlijk een te grote aanslag op mijn conditie. Ik was doodop toen ik boven aan kwam en ik voelde als het ware de blikken in mijn rug van de tientallen mensen die ondertussen aan het wachten waren.
Toch kwamen we onderweg veel vriendelijkheid en behulpzaamheid tegen, bijvoorbeeld in de Belgische tram en in restaurants. Alleen in Hamburg deed de beheerster van het museumcafé minder vriendelijk. Zij was bang voor strepen op de vloer vanwege mijn loopfiets en wilde dat ik die buiten zette. Ik word dan altijd een beetje stekelig; als iemand op naaldhakken loopt is het vast ook niet goed voor de vloer.
Reizen met een handicap vraagt wat extra’s, van anderen en van jezelf. Een aandachtspunt is dat bij het van en aan boord gaan van passagiers met een handicap een hulpmiddel als een rolstoel snel beschikbaar zou moeten zijn. Toch was het met enkele hindernissen een mooie reis, waar ik geen spijt van heb. Het blijft een uitdaging om grenzen te overwinnen!