Harry Mulisch, Het zwarte licht

 

10497039

Op 20 augustus 1953 wordt Akelei zesenveertig. Hij woont bij een hospita, mevrouw Henkes. Zij gelooft dat de wereld op die dag ten onder zal gaan. Er zijn meer mensen die dat geloven. De eenzame Akelei wil zijn verjaardag vieren en nodigt daartoe enkele mensen uit. Hij versiert zijn kamer en slaat eten in. Die avond loopt het flink uit de hand: een drinkgelag en orgie-achtige taferelen. De hospita heeft zich boos teruggetrokken. Mulisch beschrijft het als een surrealistische droom. Schrijven kon hij ook in zijn twintiger jaren al goed, al vraag je je soms af, waar gaat dit over. Het zwarte licht is eigenlijk de duisternis, de ontkenning van het licht. Vaak komt het woord zwart in het boek voor. Ook het toen nog niet taboewoord neger komt veel ter sprake, de zwarte mens. Akelei raakte lang geleden zijn jeugdvriendin kwijt aan een zwarte man. Het is niet het meest toegankelijke boek van Mulisch, je merkt dat hij nog aan het experimenteren is, maar je herkent ook al thema’s die hij later verder zou uitwerken, zoals het ontstaan en het wonder van het leven dat in De ontdekking van de hemel zo’n belangrijke rol speelt.

 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.