Marnix Gijsen, Het boek van Joachim van Babylon
Marnix Gijsen schreef dit boek in 1946, in twee weken tijd. Het is dus vlot geschreven en het leest ook vlot, zeker als je gewend bent aan de taal die Gijsen gebruikte, beeldend en nu ouderwets Vlaams-Nederlands. De hoofdpersonen zijn Joachim van Babylon en zijn vrouw Suzanna, uit de tijd van de Bijbel. De niet gelovige Gijsen gebruikte deze bijbelse context om zijn eigen levensfilosofie te verhelderen: de absolute waarheid bestaat niet, wees moedig en leef in schoonheid. Suzanna en Joachim vonden niet het absolute geluk bij elkaar, het huwelijk bleef onvruchtbaar, Suzanna koesterde Joachim meer als een zoon dan een man, de erotische en sensuele aantrekkingskracht verdween. Joachim verdenkt Suzanna van overspel met twee jonge mannen, Akkad en Nabu, hetgeen deze mannen fataal wordt. Na de verwijdering tussen Suzanna en Joachim ontstaat toch weer een zekere verzoening tussen de echtelieden, waarbij zij zich gaat gedragen als een struise en kuise oudere vrouw. Maar deugd zonder schoonheid is een onvoldoende basis voor wederzijds geluk.
Ik herinner me dat ik in 1964 of begin 1965 in Utrecht een lezing bezocht van Marnix Gijsen en toen voor het eerst kennismaakte met zijn werk. Hij was toen 65 jaar en net met pensioen, na jaren in de Verenigde Staten te hebben gewerkt, Ik was toen een middelbare scholier van zeventien. Ik las toen 'De man van overmorgen' en 'Klaaglied om Agnes'. Hij vertelde dat hij niet gelovig was en met die kennis heb ik 'Het boek van Joachim van Babylon' gelezen. Een bekende uitdrukking of scheldwoord is 'de hoer van Babylon'. Soms scheldt Joachim Suzanna uit voor hoer. Het is me niet helemaal duidelijk of Gijsen hiermee naar die uitdrukking verwijst of alleen maar het ontwrichte huwelijk wil verduidelijken. Overigens komt het vernederende taalgebruik van beide kanten.
Met dit boek is Marnix Gijsen als auteur bekend geworden. Hij is daarmee een van de belangrijke Vlaams- Nederlandse auteurs.