F. Springer, Met stille trom

 

image

Dit is het eerste boek dat Springer schreef en het laatste dat van hem is gepubliceerd. Hij schreef het in 1962 in de periode dat hij als bestuursambtenaar werkzaam was in Nederlands nieuw Guinea. Het boek werd door een uitgever geaccepteerd maar de auteur trok zijn boek toen terug. Op zijn oude dag, kort voor zijn dood vond hij dat het boek er toch moest komen. Dat gebeurde in 2012 als postume uitgave. Het boek bevat een inleiding van de oude Springer met foto’s van toen en dan volgt de oorspronkelijke roman. Het is een rauw verhaal over het laatste stadium van het Nederlandse kolonialisme. De betrokken aanwezige bestuurders, ambtenaren, missionarissen zaten op een zinkend schip, maar ze zagen zichzelf toch als vertegenwoordigers van de Europese beschaving tegenover een bevolking die deels nog in het stenen tijdperk leefde. Er was veel geweld, bijvoorbeeld moord en verkrachting. Misdaden aan Nederlandse kant werden daarbij toegedekt. Een figuur in het boek is een kritische Amerikaanse antropoloog die het niet eens was met de wijze waarop de inlandse bevolking werd behandeld, werd hardhandig uitgekotst.
Nederland voerde in feite een achterhoedegevecht, want de Verenigde Naties zetten Nederland in 1963 buitenspel. In het boek komt ook een sluimerende buitenechtelijke liefde aan de orde, Springer weet de spanning tussen de man en de vrouw mooi te hanteren, juist omdat het geen echte relatie wordt. Het blijft bij wat het zou kunnen zijn.
Springer heeft als bestuursambtenaar en diplomaat veel gezien en meegemaakt. In dit boek was hij nog een beginnend literator, hij schreef het heet van de naald en niet zoals je er veel later op terug zou kunnen kijken. Ik denk dat insiders de beschreven personages goed zouden herkennen. Ze zijn inmiddels allemaal overleden of hoogbejaard.