Instemming
Zij hield van bonbons. Die hoorden op het ovaalvormige porseleinen schaaltje te liggen. Niet te veel, niet te weinig. Zeker niet op elkaar. Elke bonbon moest goed zichtbaar zijn, de kersenbonbon met het rode knisperende zilverpapier, de witte chocolade met een nootje erop, zo´n langwerpige lichtbruine met een crèmevulling.
´Eerst kijken, dan kiezen.´
Ik herinner me hoe mijn hand aarzelde voordat ik er een pakte.
Het was voor haar en voor mij de luxe lekkernij die in de jaren zestig en zeventig nog iets bijzonders was. Je kocht het alleen voor gelegenheden, zoals Kerstmis, Pasen of verjaardagen, uiteraard bij een speciaalzaak.
Toen mijn moeder twaalf jaar geleden overleed, koos ik voor bonbons bij de koffie.
We snoepten met haar instemming.