Paardje rijden
‘Mam, kom nou. Ik wil paardje rijden, op je rug.’
‘Lieve Thijs, het paardje is een beetje moe. Ik kan je niet meer zo goed dragen, want het kindje in mama’s buik wordt steeds zwaarder. Over drie weken wil ze uit mijn buik kruipen en dan krijg jij een zusje.’
‘Mag ik dan nooit meer paardje rijden?’ Er biggelen een paar tranen van teleurstelling over Thijs zijn wangen. Anna drukt hem tegen zich aan en likt zijn tranen weg als een tedere moederpoes.
‘Straks heb jij een zusje en als je iets groter bent, mag jij vast haar paardje zijn.’
‘Dat zusje krijgt toch niet ook weer een kindje?‘
‘Gekkie, dat gaat nog heel lang duren, zeker wel vijfentwintig jaar!’
© José van Rosmalen, 2014
zie ook: http://t.co/TlpZJfgakn