F. Springer, Bandoeng- Bandung
Dit verhaal is met vaart geschreven, dat merk je als lezer. Het is een boek recht uit het hart. Chris Regensburg, een al wat oudere politicus stopt als Tweede Kamerlid, na zachte aandrang van zijn fractie. Er wordt hem een burgemeesterspost in het vooruitzicht gesteld. Maar eerst wordt hij gevraagd om mee te gaan met een handelsmissie naar Indonesië, zijn geboorteland. Dat wordt voor hem en zijn vrouw Vera een confronterende reis. Na het officiële deel gaan ze naar Bandoeng, waar hij als kind opgroeide. Een oudere taxichauffeur rijdt hen rond, die meer van hem blijkt te weten. Otto, vroeger Otje, was een klasgenoot van hem, die nooit rijk is geworden. Het wordt een confronterende ontmoeting, die veel emotie bij Chris oproept, waaronder schuldgevoel. Waarom heeft hij nooit meer van zich laten horen? Hij komt tot een besluit. Hij wordt geen burgemeester, hij wil zich geen baantje in de schoot laten werpen. Het is een verhaal dat je raakt, bijna op de grens van sentimenteel. Ik zie wel een relatie met Oeroeg van Hella Haasse waarin ook de precaire relatie tussen een Hollandse en een inlandse jongen het thema is.