Kerstmis vijftig jaar geleden

 

Mijn ouders en ik woonden vijftig jaar geleden in een nieuwe driekamerflat in een Utrechtse buitenwijk. Mijn school en de kerk lagen daar een kilometer vandaan aan de andere kant van een oudere  buurt met veel kleine eengezinswoningen.

Ik herinner me hoe ik met Kerstmis met mijn vader naar de nachtmis ging en we ’s avonds door de sneeuw liepen; er hing toen een deken van stilte rond de huizen. Je zag je eigen voetstappen in de verse sneeuw, soms duidelijk beschenen door de straatlantaarns, die de witte sneeuw een extra glans gaven. De kerk was in de jaren vijftig gebouwd, een groot hoog gebouw dat moeilijk warm te stoken viel, maar dat in de kerstnacht toch warmer werd door de vele kerkgangers. Na de mis werden vele handen geschud en werd er zalig kerstfeest gewenst.  De pastoor had op andere momenten van het jaar wel eens kritiek op de beminde gelovigen dat ze vooral bij hoogtijdagen kwamen, maar in de kerstnacht deden de pastoor en het koor steeds toch weer hun best. De collectanten kwamen dan langs met stokken met aan het einde een zwarte zak, zodat men ook de mensen die midden op een bank zaten kon bereiken;  juist met kerstmis moest natuurlijk ook de collecte een feest worden.

Op de terugweg dansten de vlokken sneeuw rond mijn oren, mijn vader was toen spraakzamer dan op de heenweg, voor mij als dertienjarige was het een latertje; de volgende dag  ontbeten we aan de versierde tafel.

© José van Rosmalen