Jona Oberski, Kinderjaren
Jona Oberski werd in 1938 geboren en maakte als kleuter en Joods kind de oorlog mee. In dit boekje beschrijft hij vanuit kinderlijk perspectief hoe hij met zijn ouders naar Westerbork en later naar Duitsland werd vervoerd. Zijn vader geloofde aanvankelijk dat zij in Palestina terecht zouden komen. Jona was er getuige van dat eerst zijn vader en daarna zijn moeder door ziekte en uitputting stierven. Hij beschrijft dit zoals een kind dingen half begrijpt en half niet begrijpt. Je wil niet geloven dat je mama of papa er ineens niet meer is. Als bijna achtjarig jongetje komt Jona na de oorlog als weeskind weer in Amsterdam, waar hij door pleegouders wordt opgevangen, nog vol van oorlogstrauma’s. Het boek dat uit vijf delen met korte hoofdstukjes bestaat, is een bittere getuigenis van de gruwelijkheid van de oorlog, juist door het perspectief van een kind dat nog in onschuld leeft. Bij de tweede lezing van het boek, ben ik nog meer onder de indruk dan bij de eerste keer.