Er komt altijd weer een mei
Ik kijk uit mijn raam en zie een witte wereld. Het sneeuwt. Als kind was ik er dol op. Een grote sneeuwbol maken en dan nog een, zodat je met behulp van wat takjes een heuse sneeuwpop maakte.
Het kon zo tegen kerst door de weerkaatsing van het witte oppervlak wel tot half zes licht blijven, terwijl de zon al lang onder was. Dat vond ik als jongetje van zeven reuze spannend, want ik had geleerd dat ik voor het donker thuis moest zijn. De sneeuw verlengde de pret van de tijd na de schoolmiddag. En op woensdag had je al om twaalf uur vrij, dus een eindeloze middag voor je.
Nu zijn deze weersomstandigheden voor mij andere koek. Bij sneeuw kan ik niet naar buiten, omdat het risico op een valpartij te groot is. Ik moet daarom afspraken afzeggen en mijn tijd anders besteden, dan ik van plan was.
Ik denk dat veel ouderen en veel mensen met een beperking hetzelfde overkomt. Je durft niet de straat op, omdat je uit kunt glijden.
Het heeft niet veel zin om je er boos over te maken. Je kunt niemand iets verwijten, het is ook nutteloos om ‘de politiek’ de schuld te geven, zoals wij Nederlanders vaak graag doen. Ik kan natuurlijk Mark Rutte vragen om met een sneeuwschuiver langs te komen, maar dan zal hij waarschijnlijk zeggen dat hij de vraag begrijpt en dat het zijn aandacht heeft, maar dat hij toch eerst het straatje aan het Binnenhof moet schoonvegen. Begrijpelijk toch?
Ooit bezocht ik een inleiding van mevrouw Hilda Verweij Jonker. Ze was sociologe en een van de eerste vrouwelijke leden van de Sociaal Economische Raad. Ze was ook actief binnen de Partij van de Arbeid. Later is er een onderzoeksinstituut naar haar vernoemd, zodat haar naam voortleeft. In haar inleiding vertelde ze over problemen van ouderen. Ze kwam niet met hoogdravende verhalen maar begon over gladde stoepen en het ruimen van sneeuw.
Nu begrijp ik haar nog beter dan toen, meer dan dertig jaar geleden. Ik begrijp de angst en de onzekerheid. Je bent afhankelijk van anderen om je boodschappen binnen te krijgen.
Gelukkig zijn deze periodes in Nederland meestal maar tijdelijk, alleen kun je er tevoren geen peil op trekken. Een troost is dat wij, gedwongen thuiszitters, met velen zijn en dat we elkaar in deze donkere maand een hart onder de riem kunnen steken. De kou, de gladheid, ze gaan voorbij, ook al is het winter, er komt altijd weer een mei!