Ik riep de familie voor conclaaf bijeen.
‘Hier zitten we niet goed meer, we gaan verkassen naar een betere buurt.’
Ik waarschuwde de kinderen. ‘We moeten letten op gevaar. Dat zit in dingen die niet op poten lopen, maar rollen. Daarin zitten die aangeklede dieren, die wel eens brood naar ons gooien als ze een goede bui hebben. Oppassen hoor, want ze zijn gevaarlijk.’
We stonden met ons achten op het gras, vlakbij een sloot. ‘Nu’, riep ik.
We liepen één voor één over harde steen. Verderop was weer gras.
De automobiliste zag de groep eenden. De moedereend bleef pal staan. De kleintjes liepen door naar de sloot aan de andere kant.
De vrouw dacht, ik ben er ook eentje!
https://120w.nl/2016/eentje/