Georges Simenon, Maigret en de zakkenroller
Commissaris Maigret staat in een stadsbus in Parijs. Het is druk en hij staat bekneld tussen mensen. Als hij uitstapt merkt hij dat zijn portefeuille is verdwenen. De dief stuurt de portefeuille naar het bureau van Maigret zonder dat er iets uit is verdwenen. Deed de dader dat uit spijt of was er een andere reden? Maigret krijgt contact met de man en er blijkt iets gruwelijks te zijn gebeurd: de vrouw van de man is vermoord. Heeft de man dat op zijn geweten of is er iets anders aan de hand. Maigret duikt in de zaak en doet op zijn onnavolgbare manier onderzoek. In de omgeving van de man, in restaurants en cafe’s. Als je het aantal alcoholische consumpties dat Maigret tot zich neemt bij elkaar optelt, zou hij in een toestand van permanente dronkenschap moeten verkeren, maar hij blijft in zijn handelen onverstoorbaar. Het boek heeft zijn charme omdat er veel Parijse couleur locale in voorkomt. Simenon weet de persoon van de zakkenroller en zijn vrouw en het milieu waarin zij verkeren, geloofwaardig neer te zetten. De uiteindelijke plot zie je als lezer niet direct aankomen, tot aan de laatste bladzijden worden verschillende scenario’s boven tafel gehouden. Maigret is een karakter dat in de boeken van Simenon steeds ongeveer hetzelfde blijft, een zestiger met lange ervaring. Dit is heel anders bij Zweedse inspecteurs zoals Kurt Wallander en Martin Beck, die meegaan met hun tijd en ook zichtbaar ouder worden. Maigret gaat ook heel anders te werk dan zijn Zweedse ‘collega’s’. Daar zie je als lezer stap voor stap de resultaten van hun vorderingen. Bij Maigret zie je meer een broedende kip die informatie opzuigt en uiteindelijk het patroon doorheeft. Bovendien schrijft Simenon niet gewelddadig. De kracht zit in de psychologische sfeertekening.