Weekendretour Bolzano

 

 

In de zomer van 2007 werd ik uitgenodigd om in Bolzano deel te nemen aan een congres over de hulp en assistentie voor mensen met een handicap die binnen Europa vliegreizen maken. Zelf ben ik slecht ter been en ik werkte toen nog voor een landelijke organisatie die de belangen van slechtzienden en blinden behartigt. De uitnodiging sprak mij dus zowel beroepshalve als persoonlijk aan.

Het congres vond plaats op de zaterdag en ik besloot vrijdag heen te reizen en zondag al weer terug te gaan. Het leek me voor de hand te liggen om eerst te kijken naar de vluchtmogelijkheden; van Amsterdam naar Bolzano kon je van Amsterdam via Rome of via Milaan komen, maar in beide gevallen ging dat met aanzienlijke wachttijden gepaard. Toen keek ik op de internationale treinreisplanner en bleek mij dat ik vanaf Utrecht naar München kon reizen en vandaar naar Bolzano, totaal in ongeveer dertien uur. Het ging sneller en ook nog iets voordeliger dan vliegen en bovendien zie je onderweg nog wat.

Ik maakte dus de keus voor de treinreis. ’s Morgens nam ik een taxi naar station Rotterdam Alexander om daar een vroege trein te kunnen nemen en daarna kwam ik in de snelle trein van Utrecht naar München. Rond half twee was ik daar en had even de tijd om te lunchen. Ik vervolgde mijn reis met de trein via Innsbruck naar Bolzano en genoot van het uitzicht op de Alpen.

Ik dacht aan een bezoek dat ik lang geleden ooit aan Innsbruck bracht en aan de inleiding die ik in Utrecht in mijn matige Duits voor tien jongedames uit Innsbruck het jaar daarvoor had gehouden. Ik kwam omstreeks half acht in Bolzano aan. De conducteur hielp me bij het uitstappen; de avondtemperatuur was heerlijk. Ik nam een taxi naar het Blindenheim, waar ik in het Duits werd verwelkomd en waar ik direct aan tafel kon. Die avond maakte ik een ommetje en kwam ik op een kerkhof, waar ik naar de Duitse grafschriften keek, ik was in een tweetalige stad, waar vroeger het Duits overheerste. ’s Avonds keek ik vanaf het balkon naar de bergen en naar het landschap, tot het donker werd.

De zaterdag had ik de hele dag een vergadering over assistentieverlening aan mensen met een handicap die vliegreizen maken en wat daaraan nog kon verbeteren. De andere deelnemers, uit Engeland, Frankrijk, België, Zweden en Nederland hadden allemaal het vliegtuig genomen en waren pas rond middernacht aangekomen. Ik lag toen allang te slapen.

Zondagochtend, om kwart over acht ging ik weer huiswaarts, ik werd door een vrijwilliger van het Blindenheim daar met een auto gebracht. Ik zag het bord Monaco en begreep toen dat in Italië München zo heet. Eigenlijk had ik nog best  een dagje langer in Bolzano willen blijven, maar de plicht riep weer en ik had de reis geboekt. Onderweg keek ik weer naar de Alpen en las een roman, die ik in Utrecht uit had. Bij negenen die avond zat mijn weekendje Bolzano erop en was ik weer thuis.

 © José van Rosmalen

 

opgenomen in de bundel 'over grenzen