Simon Vestdijk, Sint Sebastiaan
Sint Sebastiaan is het eerste deel van de achtdelige autobiografische Anton Wachterreeks. Anton is het alter ego van Simon. Het beschrijft ongeveer de eerste tien jaren van een jongen die opgroeide in het stadje Lahringen, een anagram van de geboorteplaats van Vestdijk, het Friese Harlingen. Hij groeide op in een welgesteld gezin. Zoals vaker bouwde Vestdijk het verhaal op in drie delen. Het eerste deel heet 'De angst' angst die Vestdijk zijn leven met zich zou dragen en waarvan hij de wortels zocht in zijn vroege jeugdjaren. Hij begint geleidelijk aan de wereld buiten het ouderlijk huis te kennen, de school, andere jongens, een kinderlijke erotische ervaring met een jong dienstmeisje, een obsessie met afbeeldingen van blote mensen, taboe voor zijn liefhebbende ouders. Het tweede deel, emancipatie, gaat in op zijn vriendschappen met andere jongens, waarvan Murk Tuinstra de belangrijkste is. Hij hoort dingen die thuis taboe zijn, er ontstaat een verschil tussen de thuiswereld en de schoolwereld. Hij ging steeds meer tekenen. Het derde deel 'de naakte poppen' speelt zich af in Amsterdam, waar de grootouders en andere familie van Vestdijk woonden. Zijn fascinatie voor het tekenen en voor afbeeldingen van naakte mensen hoopte hij te vinden in het Rijksmuseum. Hij viel niet voor de beroemde Nachtwacht, maar voor het onbekende schilderij Sint Sebastiaan. Het bleef taboe voor zijn grootouders, die nog hadden meegemaakt dat in Amsterdam voor het laatst de doodstraf werd vertrokken. Dankzij een tante had de jonge Anton toch kennis kunnen maken met het Rijksmuseum.
Het eerste deel van de Anton Wachterromans is een geloofwaardig verhaal over een opgroeiend kind, enige zoon van welgestelde ouders, levend in een kleine stad in het bgin van de twintigste eeuw. Alleen al door de omvang is het een gigantisch project, misschien qua omvang te vergelijken met de 'tandeloze tijd' van A.F. Th. van der Heijden. Overigens is Sint Sebastiaan met 190 bladzijden vlot leesbaar.