Paarse limonade
Markje woont aan de Rozensingel en Diederikje in de Vergeetmenietstraat, daar schuin achter. Ze zijn zes jaar oud. De mama van Mark zei vanochtend dat hij maar eens met Diederik moest spelen, hij valt best wel mee.
'Maar mama, Diederik gooit alleen maar zand uit de zandbak en dan is er straks niks meer over. Ik heb er helemaal geen zin in, je weet dat ik altijd orde op zaken wil stellen’. De mama van Mark wist wel dat hij wijsneuzig praatte voor zo’n klein kereltje. Ze belde Diederiks’ mama, zonder dat Mark het in de gaten had. Ze moeten nu samen maar eens een zandkasteel in elkaar zetten, vond ook de moeder van Diederik. Eerst waren ze nog zo lelijk tegen elkaar, maar je zult zien, straks is dat helemaal over. Bij mij krijgen ze rode limonade. Ja en bij mij blauwe, zegt Mark’s moeder, dat wordt dan samen paars. Je zult zien dat kleine Alexje straks ook naar de zandbak komt, dat moet wel goed gaan toch.
Daar zitten ze dan, met hun schepjes, wie kan er het beste opscheppen? Nou, zegt Mark, ik ben eigenlijk de baas van de zandbak, maar jij mag nu meespelen. Zullen we samen een kasteel bouwen? Nou vooruit zegt Diederik, maar dan moet je niet zo bazig doen, want je wil toch ook niet met die ukkies verder en zeker niet met Geert, die liet jou toch ook in de steek?
Ja, we gaan lekker bouwen nu, jij een beetje naar links en ik een beetje naar rechts, maar het moet natuurlijk wel één kasteel worden.
De jongens gingen in hun spel op en ze vergaten dat ze eerst nog ruzie hadden gemaakt. Er kwamen twee torens en een echte slotgracht.
Ineens zagen ze daar een paar jongens aan komen lopen, Geert en een paar vriendjes van hem. Geertje riep, ‘dat is een lelijk kasteel.’
Diederik en Mark zeiden toen allebei, ‘dit is ons fort en daar heb jij niks meer mee te maken.’ Geert en zijn maatjes dropen gelukkig toen af. Van hun moeders kregen de jongens daarna lekkere paarse limonade!