Zachtjes knetteren de letteren
De vrouw in het maanlicht loopt, nog wel op eigen tenen, de kat achterna. Zij is op weg naar het einde van de koperen tuin, naar het rode paviljoen. Zij hoort een zachte fluittoon van het damesorkest dat oefent in de blauwe salon. Na buitelingen en andere capriolen belandt zij zonder omzien in verwondering bij de bouwval waar de nietsnut haar in de bovenkooi wacht. Bob en Daphne, het meisje met het rode haar, geven elkaar een kus en ander voer voor psychologen. De walgvogel en de groene weduwe spreken de taal der liefde, zij kennen liefdes schijnbewegingen. De dokter en het lichte meisje tonen karakter, over voorbije passages is de schaamte voorbij. Er heerst welverdiende onrust na de avonden, de uren met Dirk Coster en het eenzaam avontuur van de zaterdagvliegers. Het is een mooie boel onder professoren, nu na het overspel de huurders en onderhuurders, zelfs Kees de Jongen en Woutertje Pieterse vanuit Oud Zuid verder naar het noorden, naar het land van herkomst zijn vertrokken. Dr Dumay verliest in liefdesnaam, maar zonder trommels en trompetten, het binnenste ei, de wilde groene geur. Na de klop op de deur duiden de geluiden van de eerste dag op het bewolkt bestaan. De man die de laatste winter zijn haar kort liet knippen zal op dat stenen bruidsbed wel nooit meer slapen. Van lieverlede komen er allemaal tranen, niet der acacia´s maar lijmen is vechten tegen de bierkaai in dit verwoest Arcadië. De aanslag op de opwaaiende zomerjurken is het noodlot van de bruid in de morgen. In laaiende stilte mompelt de uitvreter, de vrouw bestaat niet. Maar de herfst zal schitterend zijn.
In dit verhaal zijn 67 boektitels verborgen van in totaal 49 Nederlandstalige auteurs. Om je te helpen staan hieronder de auteurs in alfabetische volgorde.
Hieronder de auteurs
Raad de titels!
Han Aalberse
Maarten Biesheuvel, twee titels
Anna Blaman
Herman Pieter de Boer, twee titels
Godfried Bomans, twee titels
F. Bordewijk
Ina Boudier Bakker
Menno ter Braak
Jeroen Brouwers, twee titels
Boudewijn Buch.
Remco Campert
Simon Carmiggelt
Hugo Claus
Louis Couperus
Johan Daisne
Cola Debrot
Willem Elsschot
Robert van Gulik
Hella Haasse
Maarten ’t Hart, twee titels
Albert Helman
Willem Frederik Hermans, drie titels
Bert Jansen
Oek de Jong
Frans Kellendonk, twee titels
Mensje van Keulen, drie titels
Gerrit Komrij
Anton Koolhaas
Gerrit Krol
Nicolaas Matsier
Hannes Meinkema, drie titels
Anja Meulenbelt
Doeschka Meijsing
Harry Mulisch, twee titels
Multatuli
Nescio
Cees Nooteboom
Eddy du Perron, twee titels
Annie Romein
Monika Sauwer
Jan Siebelink
Gerard van het Reve ( drie titels)
Theo Thijssen
Bob den Uijl
Adriaan van der Veen
Simon Vestdijk, twee titels
Beb Vuijk
Jan Wolkers, twee titels
Theun de Vries
© José van Rosmalen, 1984
Reactie plaatsen
Reacties