Omhoog klimmen
Anton Geesink en Johan Cruijff hadden een paar dingen gemeen. Ze waren de besten in hun sport, in Nederland en ver daarbuiten. Ooit groeiden zij op in een volkswijk. De sport was hun middel om daaraan te ontsnappen. Ze hadden veel ambitie om andere kinderen dezelfde kansen te geven. Zij hadden niet zo veel op met de ‘hoge heren’ die de praktijk van de sport niet kenden.
Beide mannen lieten op latere leeftijd ook een wat minder aardige kant van zichzelf zien, die van de eeuwige gelijkhebber, die vaak in conflicten raakt. De tijd dat zij op het veld of de mat hun gelijk konden tonen was voorbij. Hun jongensdroom was uitgekomen, de pijn van hun jeugd echter nooit verdwenen.