Laatste sneetje
Zij zat tegenover me. Morgen mocht ze naar huis, had de dokter haar verteld. De verzorgster kwam de kamer binnen met het karretje met eten en drinken. Zij maakte twee boterhammen voor haar klaar, een met jam en een met hagelslag; ze sneed ze elk in negen vakjes. Langzaam at de vrouw de boterham met jam op en begon daarna aan die met hagelslag. Ze was weinig spraakzaam en geen boeiend gezelschap. Ik was al lang uitgegeten en zei dat ik even naar de recreatieruimte liep.
Ik bladerde daar een tijdschrift door en hoorde een zuster roepen, ‘help, urgent’. Even later kwam een broeder naar me toe, ‘ze is aan tafel overleden’. Ik was de laatste die haar levend zag.
© José van Rosmalen, 2013